Meten en meetkunde | Afpassen gewichten |
Meten en meetkunde Afpassen gewichten
Het omgaan met gewicht vraagt al snel om het hanteren van meetinstrumenten. Toch kunnen we ook hier uitgaan van de directe ervaring van kinderen.
We kunnen daarbij starten met weegbegrippen: zwaarder, lichter.
Kijk eens, daar liggen drie pompoenen. Welke is het zwaarst denk je?
Kinderen pakken de pompoenen op en wegen, tasten.
Wat is zwaarder; die pompoen of dat pak suiker?
Wat heb je nodig om die pompoen te wegen?
Dat volle pak suiker of dat half volle?
We kunnen de kinderen ook met een Balans laten wegen. (Er zijn allerlei eenvoudige balansen in speelgoedwinkels te vinden).
Hoeveel blokken weegt die pompoen?
”Wat moeten we gebruiken om dat periodeschrift te wegen?”
“Knikkers”, wordt er geroepen!
Kennismaken met allerlei soorten weegapparaten: zien en ervaren.
Uiteindelijk kunnen we ook de weegschaal gebruiken om te wegen.
Praktische situaties zoals het bakken van brood, maken van appelmoes enz. kunnen daarbij uitgangspunt zijn.